28 maart 2024
Gast: In een stroomkring stromen elektronen van – naar +.
Worden deze ‘opgebruikt’ of gedeeltelijk gebruikt door b.v. gloeidraad in
een lampje? Ik snap het idee wel maar begrijp het niet goed. Waar gaat
stroom (elektronen) naartoe als zij door b,v, lampje zijn gegaan?
En als het nu geen batterij is, maar gewoon de stroomvoorziening thuis?
Bedankt. Goede vraag, de elektronen raken niet op, maar stromen weer
terug. Verder lezen…………..

Elektronen in een draadje moet je eigenlijk zien als knikkers in een buis.
Als je de hele buis vult met knikkers en je duwt er aan ??n kant nog een
knikker bij dan zal aan de andere kant een knikker uit de buis vallen. Dus het
is geen kwestie van vervoer, maar meer het opvullen van de draad. Waardoor aan
de andere kant van de draad elektronen komen. We maken dan ook gebruik van de
stroom elektronen, er gaat geen elektron verloren! Doordat bijvoorbeeld
elektronen door een dun draadje stromen, zal door de weerstand van de draad deze
gaan gloeien. Maar de elektronen blijven gewoon van – naar + gaan. Inderdaad van
min naar plus. Vroeger moesten ze aannemen hoe de elektronen liepen, 50/50 kans,
en inderdaad verkeerd gegokt. Pas later konden ze dit aantonen. Stromen er veel
elektronen door een draad dan wordt deze magnetisch. Wikkelen we nu zeg, 100
draden naast elkaar krijgen we een spoel. Door veel windingen te gebruiken wordt
het magnetisch veld versterkt. De elektronen zorgen ervoor dat het veld blijft
bestaan. Zodra de draad ( lees stroom) verbroken wordt stopt het veld ook
direct. Hier maken ze gebruik van bij een elektromotor.

Voor thuis geldt eigenlijk precies hetzelfde, alleen hebben we hier te maken
met wisselstroom. De stroom in die lamp of motor gaat dan 50 maal per seconde
heen en weer. Je kan het je een beetje voorstellen dat de batterij 50 keer per
seconde wordt omgedraaid. Dit zal je met de hand niet lukken. Dus eigenlijk gaan
de lampen in je huis aan en uit! Bij een gloeilamp is dit effect deels opgelost
door het gloeidraadje. Dit koelt niet zo snel af om dit te kunnen waarnemen. Bij
een TL buis zouden wij dit goed kunnen zien, mits onze ogen niet te traag in het
"zien" waren. Een vlieg kan dit wel waarnemen, maar ons oog niet. Bij
16 beeldjes zien we nog een lichte flikkering, maar boven de 25 beeldjes is dit
echt voorbij.

Op deze link’s is het nog wat beter in beeld gebracht. Klik hier
en hier,
en hier.